De soortenjager - grondels in het vizier

terug naar overzicht

Vrijdag, 17 december 2021

Toen ik in 2008 in Utrecht kwam wonen ontdekte ik veel nieuwe wateren en stekken en daardoor ook nieuwe vissoorten. Wat in de jaren erna uitgroeide tot een van mijn favoriete stekken was een doodlopende aftakking van het Amsterdam- Rijnkanaal. Het stikte daar van de vis en met een licht dobbertje, vaste stok en een bakje maden wist ik me daar uren te vermaken.

Bijna iedere worp leverde vis op. Af en toe kwam er een alver of blankvoorn uit maar het gros van de vangsten bestond uit  zwartbekgrondels. Een soort die ik daarvoor nog nooit had gevangen. Nu zijn we dertien jaar verder en alle rivieren en kanalen in Nederland zijn ondertussen wel gekolonialiseerd door deze rakkers.


Zwartbekgrondel: met de zuignap zet de vis zich vast in op de bodem.

Omdat ze vaak in groten getale aanwezig zijn kunnen deze vraatzuchtige beestjes menig (wit)visser tot waanzin drijven, want iets anders vang je niet meer als ze je stek gevonden hebben! Ondanks dat deze gulzige bodemvisjes best frustrerend kunnen zijn vind ik ze als soortenjager fascinerend!

De zuignap


Aan onze kust zijn verschillende ‘zoute’ grondels te vinden, maar op onze zoete wateren komen geen inheemse grondels voor.  verwarrend genoeg is onze riviergrondel (en zijn Oost-Europese broertje; de witvingrondel) geen grondel maar een karperachtige (Cyprinidae).


Bijzondere bijvangst tijdens het grondels tikken..

Met hun bekdraden hebben ze wel wat weg van een kleine barbeel. Ze bezitten niet de ronde tot zuignap vergroeide buikvin die karakteristiek is voor echte grondels. Grondels gebruiken die vin om zich aan de bodem of wand vast te zuigen zodat de  stroming geen vat op ze heeft. Er zijn nu vijf grondels in onze rivieren te vinden: die komen allen oorspronkelijk uit de omgeving van de Zwarte Zee en kwamen hier voor 2002 niet voor.

Begin 20e eeuw hebben deze soorten hun leefgebied sterk uitgebreid. Toen het Main-Donaukanaal gegraven was ontstond er een open verbinding tussen het stroomgebied van de Rijn en de Donau. Hierdoor hadden de grondels vrije doorgang naar Nederland, en sindsdien hebben ze zich hier snel weten te verspreiden via de grote rivieren en kanalen.

Naast de wanhopige witvissers en natuurliefhebbers zullen onze inheemse beek- en rivierdonderpad er ook niet heel blij mee zijn, want 
de grondels betekenen een flinke concurrentie voor voedsel en habitat. Maar voor een soortenjager betekent dit vijf nieuwe targets.

Vijf nieuwe targets

 
Deze vijf exoten zijn ook allemaal rond onze Domstad te vinden. En zo begon mijn jacht om al deze soorten te vangen. Zoals  beschreven ving ik mijn eerste zwartbekgrondel in Utrecht. Deze soort is in 2004 voor het eerst in Nederland gespot en nu op ieder stromend water in de provincie wel te vinden. Vooral bij obstructies als kadewanden en pieren is geen haakaas veilig.


Zwartbekgrondel (Neogobius melanostomus), sinds 2004.


De Pontische stroomgrondel bleek voor mij ook geen moeilijke soort. Vanaf 2009 in Nederland en tijdens het feedervissen op de grote rivieren een  vaak geziene bijvangst. Deze wist ik vooral te vinden op zanderige bodems in het midden van de kribvakken.


Pontische stroomgrondel (Neogobius fluviatilis), sinds 2009.

Daarna was het tijd voor de Kesslers grondel. In Nederland sinds 2007 waarna er een periode is geweest waarbij de Kesslers grondel een enorme plaag was. Deze periode heb ik helaas gemist en jaren later, toen ik pas echt ging soortenjagen, moest ik door duizenden zwartbekgrondels heen vissen om mijn eerste Kesslers te vangen. Aan de Lek bij Culemborg slaagde deze missie uiteindelijk.


Kesslers grondel (Ponticola kessleri), sinds 2007.

Voor de marmergrondel vond ik mijzelf bepakt met laarzen en zaklamp in het pikkedonker naast een prachtige beek in de buurt van Eindhoven. Struinend langs een  flink begroeide oever proberen we de kleine vis in een baan licht te spotten. Deze hangen we dan een mini haakje (maat 30 vliegvishaak), met een mini stukje worm of made, voor de neus. Op zijn neus zitten twee buisjes waardoor hij in het Engels tubenose goby genoemd wordt.


Bewapend met zaklamp…

Tot op heden heeft nog geen marmergrondel mijn aas kunnen weerstaan. Het spotten is dus het moeilijke  gedeelte in deze visserij. Het heldere water helpt om de vis te vinden maar ook in troebele boerensloten en andere wateren in onze provincie komen ze, soms in groten getale, voor. Ik heb ze er zelf alleen nog nooit gevangen.


Marmergrondel (Proterorhinus semilunaris), sinds 2002. De buisjes op de neus zijn hier goed zichtbaar.

Nieuwe exoot


De laatste grondelsoort is pas zeer recent in ons land aanbeland. Begin juli 2020 bereikte me het bericht dat er een nieuwe exoot in Nederland was opgedoken. Mijn interesse was meteen gewekt. Het zou gaan om de Kaukasische dwerggrondel. DNA-onderzoek zal  nog moeten uitwijzen of het daadwerkelijk deze soort betreft, maar het heeft er alle schijn van.

Ik ben niet de enige visser die achter deze soort aan zit. “Ik heb hem” luidt het bericht dat mijn telefoonscherm doet oplichten. Vismaat Sjors Waterschoot is me voor en weet er een te vangen waar de Nieuwe Merwede in het Hollands Diep stroomt. Niet veel later sta ik met twee vismaten op dezelfde stek. Helaas lukt het de eerste poging niet. De enige dwerggrondels die we zien zijn nog geen anderhalve centimeter groot. Dit lijkt ons mission impossible en we besluiten deze missie voorlopig te staken. We concluderen dat het pas zin heeft een nieuwe poging te wagen als de grondels volgroeid zijn.

Twee weken later weet mijn makker Pieter Beelen een exemplaar langs de IJssel te vangen. Dat geeft hoop. Ook online blijven de meldingen, vooral net- en zegenvangsten, binnenstromen. Langs de gehele Waal zijn al meldingen gedaan en zelfs vanuit Friesland is de eerste al gemeld.


Plas langs de Waal: vandaag moet het gaan gebeuren!

In the pocket

 
Eind maart, inmiddels 2021, weet mijn vismaat Roman Schaeken er twee te strikken. Hij overlaadt me met tips en informatie en ik  besluit de volgende ochtend voor het werk ook een poging te wagen. Net na zonsopgang sta ik tot de knieën in een plas langs de Waal. Het is de laatste mooie dag voor een langere periode voorspelde kou dus vandaag moet het gebeuren.

Al snel zie ik grondels voor mijn  voeten wegschieten, maar de stofwolken die mijn voetstappen veroorzaken verhullen de visjes en zo kan ik ze niet goed het aas  aanbieden. Op slechts een paar vierkante meter zie ik ongeveer een dozijn dwerggrondels. Voorzichtig schuifel ik langs de oever en na een klein uur blijft een van de rakkers liggen en hapt gulzig toe.


Kaukasische dwerggrondel (Knipowitschia caucasica), sinds 2020.

Hebbes! Na wat foto’s gemaakt te hebben mag de vis weer zwemmen, en haast ik mij terug naar huis om mijn werkdag te beginnen. De kleinste vissoort die ik ooit gericht heb bevist en grondelsoort nummer  vijf in the pocket!


De Kaukasische dwerggrondel: klein maar fijn!

Tekst en foto's: Dirk Temmink, soortenjager

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons Cookie beleid

Accepteer cookies